Glas als verbinding tussen kunst en leven
Het begon volgens de Romeinse generaal Plinius ooit met Fenicische schipbreukelingen die op het strand een kampvuur stookten met sodabrokken. De soda, het zand en de schelpen vormden een vreemde substantie in het vuur. Die substantie groeide niet alleen uit tot één van ‘s werelds belangrijkste bouwmateriaal, maar ook tot een geliefd materiaal voor vormgeving en beeldende kunst: glas. In het Nationaal Glasmuseum in Leerdam zie je hoe glasvormgeving in Nederland zich vanaf 1850 ontwikkelde.
“Ons museum vindt zijn oorsprong in de Glasfabriek Leerdam, die eind 19e, begin 20e eeuw over de hele wereld glas verkocht’’, vertelt conservator Maartje Brattinga. “Toenmalig fabrieksdirecteur Petrus Marinus Cochius betrok bekende kunstenaars (De Bazel, Copier, Berlage) bij de vormgeving van gebruiksglas. Zij maakten bijvoorbeeld een aantal iconische serviesgoederen.’’ Een bezoek aan het museum is voor veel mensen dan ook een feest der herkenning, zegt Brattinga. “Ze herkennen de bloemvaasjes of het serviesgoed uit hun oma’s tijd.’’
Cochius wilde betaalbaar kwaliteitsglas met mooie vormen, omdat hij dacht dat mensen die omringd werden door mooie dingen betere mensen werden. Het leverde de fabriek wereldwijd faam op en het Nationaal Glasmuseum de grootste (Rijks)collectie Nederlands glas. “Naast de wisselende tentoonstellingen van bekende kunstenaars hebben we een transparant depot van bijna 10.000 glasvoorwerpen. De nadruk ligt op geblazen glas, maar we hebben ook een aantal zeer bijzondere glas-in-loodramen.’’ Extra bijzonder is de combinatie met een glasblazerij. “Twee teams van glasblazers demonstreren de kunst van het glasblazen en een voorlichter legt het publiek uit wat ze doen. Erg bijzonder om te zien. Bezoekers kunnen op afspraak ook zelf aan de slag.’’